Inmiddels haalde de afdeling Harmonie de toestand van het orkest naar beneden door lauwheid en onverschilligheid. De leden gaven als oorzaak van het niet verschijnen op de repetities dat de muziek te zwaar was en niet in de smaak viel. Het eerste werd tegengesproken, omdat bij goed studeren bepaalde stukken een eclatante uitvoering kregen.
Wat de tweede oorzaak betrof bracht de voorzitter naar voren dat wanneer de heren andere dan de tot dusver gemaakte degelijke muziek wensten te maken hun smaak van het werkelijk goede en schone zeer te wensen overliet. Het bestuur wenste deze gril niet te cultiveren.
De zo nodige gelden moesten niet worden verspild aan de afdeling die toonde geen lust en ijver te bezitten. Een commissie ging daarom de leden aansporen de repetities geregeld te bezoeken. Verschillende musici bleven echter ontevreden over het repertoire. Zij wensten voor de pauze lichte en na de pauze klassieke muziek te spelen. Om het voor het bestuur gemakkelijk te maken hadden zij maar alvast een greep uit de muziekkast gedaan, maar helaas hadden zij juist een paar zeer moeilijke werken uitgezocht waaronder de Oberon-ouverture.
De directeur liet zich niet wijsmaken dat het niet bezoeken van de repetities aan de muziekkeuze te wijten zou zijn. Na lange discussies werd besloten om voorlopig, maar alleen op de repetities, voor de pauze muziek te spelen naar de keuze van de leden, teneinde hen langzamerhand weer te laten wennen aan de muzikale smaak van het bestuur. Het besuur behield de muziekkeuze voor de concerten. Uiteindelijk besloot men de repetities van de harmonieafdeling te staken.
Hoe zag een concertprogramma in die tijd er uit? In 1877 werden de volgende werken uitgevoerd: