In 1878 kwam de invoering van de lage A-stemming ter sprake. Dit zeer noodzakelijke voorstel werd gedaan naar aanleiding van de geheel veranderde toestanden van de orkesten, zowel in Rotterdam als bijna overal elders. Terwijl de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst, de concertvereniging Eruditio Musica en de Hoogduitse Opera de lage stemming hadden ingevoerd, was bij dit orkest de hoge stemming behouden gebleven. De voorzitter wees er op dat vooral voor de solisten de hoge stemming erg lastig was. Hierdoor klonk het orkest vaak onzuiver.
Twee heren klarinettisten waren tegen de voorgestelde verandering en weigerden de kosten van honderden guldens voor nieuwe instrumenten te dragen. Het voorstel een nieuwe klarinet in de vereiste stemming te kopen zodra de noodzakelijkheid daartoe mocht blijken werd aangenomen.
Blumentritt miste bij de oefeningen een contrabassist. Ook het bestuur zou graag iemand hiervoor willen engageren, maar dat bleek onmogelijk omdat de financiën van de vereniging niet al te 'roozenkleurig' waren.