De financiën bleven echter een zorgenkindje. Wat te doen? Minder vakmusici aantrekken? Solisten voor hun optreden laten betalen? Dit laatste was onmogelijk nu de solisten zelfs vergoeding van reis- en verblijfkosten vroegen. Dan maar concerten zonder solisten? Of donateurs zoeken onder de bemiddelde inwoners van Rotterdam?
Er zou worden geprobeerd nog één concert te geven. Daarna moest het bestuur voorstellen de vereniging te ontbinden, want zo wenste men niet langer te werken. De kosten van een concert bedroegen ƒ 590,-, maar er was slechts ƒ 131,66 in kas. Hoe moesten de meesters voor het concert worden betaald, de reiskosten van de solisten, de Groote Doelezaal, het schrijfloon, de rijtuigen, de boeketten?
Er kwam geen concert, wel een buitengewone vergadering met het voorstel tot ontbinding. Niet iedereen was het hiermee eens. De heer Knottenbelt bijvoorbeeld. Hij vergeleek Symphonia met een zinkend schip en noemde het een dure plicht van het bestuur aan boord te blijven. De voorzitter wees op de ongezondheid van het Symphonia-schip dat steeds op de klippen liep maar behalve het bestuur was de hele vergadering tegen ontbinding. En zo was ook deze dreiging van de baan. Symphonia had al die jaren weerstand geboden aan storm en wind en bleef overeind. 5)