Het concert vond plaats in de feestelijk verlichte Groote Doelezaal met een zee van bloemen. Medewerking verleenden onder meer Rosa Spier (1891-1967) en Anna Lambrechts-Vos (1876-1932). Symphonia speelde werken van Bach, Von Gluck, H?ndel, Mendelssohn, Saint-Saëns en Von Weber.
In een brief van Van Oorschot jr. aan Wouter Hutschenruyter jr. valt te lezen dat laatstgenoemde eveneens meewerkte aan het concert:
...Werkte U nog niet als Altist aan dit Herdenkingsconcert mede,
door den Heer Rijken en ons allen zóó op prijs gesteld! U kwam op
Zondagmorgen, met Uw kist onder Uw arm in ééns voor ons staan met de
vraag: "Is er nog een plaatsje voor mij bij de Alten?"
. Een
hoeraatje ging er op!... Wat waren wij vereerd!...8)
Amusant is het verslag van een concert in februari 1919:
Als laatste onderdeel van het concert werd de Ouverture Ph?dre van Massenet ingezet. Het was al laat en enkele houtblazers moesten hoognodig naar Den Haag. En toen gebeurde het vermakelijke: terwijl men in de zaal zat te bevriezen, dooide de orkest-schots af. Telkens verdween een gedeelte in de vorm van een der Haagsche helpende geesten, - er waren er héél wat onder ons gezegd - die den trein nog wilden halen. Roef, daar stond er wéér een op, pakte zijn instrument in en éclipseerde. Gelukkig, dat het er met Phèdre niet zoo bijzonder op aan-komt. O, notaris, hoboïst! Gij, die een kwartier te laat zijt verschenen, met welk een zware schuld hebt gij uw geweten jegens Symphonia belast! Goddank, gij hebt een zeer brééden rug!