Het waren topjaren van hard werken met vooral aandacht voor de
Nederlandse toonkunst en Nederlandse solisten. De pers sprak dan ook
over 'magistrale uitvoeringen'
:
Aan de hand van den heer Verhey waagde zich Symphonia voor het eerst op het met voetangels en klemmen bezaaide terrein der moderne en half moderne muziek. Het resultaat was werkelijk verrassend.3)
En in het programma stond:
"Een grooter, vollediger bezet orkest
van muziekliefhebbers zult U waarschijnlijk nergens ter wereld
vinden."
De bezetting bestond uit 75 musici, onder wie 23
blazers, en het was wellicht het stoutmoedigste
'liefhebberijorkest' in het land. Het durfde programma's aan
die zich onderscheidden door grote oorspronkelijkheid en het deinsde
wat de klassieken betreft zelfs niet terug voor de Vierde van Brahms.
Het Rotterdamsch Nieuwsblad schreef:
Met recht mag men zich afvragen, of de doorsnee-Rotterdammer zelf wel beseft, hoe interessant het aspect van het muziekleven in zijn stad is... Geen stad biedt, wanneer het op collectief musiceeren aankomt, zooveel merkwaardigs. Concertgebouw- en Residentie Orkest concerteeren hier naast het Rotterdamsch Philharmonisch Orkest, dat een merkwaardige ontginningsarbeid verricht, daarnaast bezit Rotterdam een eigen Kamerorkest, dat inzake interessante programma's ook een reputatie heeft verworven en gisteravond heeft het Rotterdamsche dilettanten-orkest, de Koninklijke Orkest Vereeniging Symphonia, een zeer goed bezette Doelezaal tot verbazing gebracht met enkele muzikale daden, die voor een dergelijk ensemble gerust adembenemende stunts mochten worden genoemd.
En om nog even op het typisch Rotterdamsche muziekleven door te gaan, er bestaat niet alleen een reeks uitvoerende apparaten, er leeft in deze stad ook een publiek, dat buitengewoon ontvankelijk is voor en open en vrij staat tegenover het nieuwe, zeer voornaam detail, want het bepaalt wel degelijk ook de vooruitstrevende tendensen van veel programma's in Rotterdam.4)
Dat laatste gold ook voor Symphonia dat programma's bracht waarvoor een beroepsorkest zich niet hoefde te schamen. Integendeel, men wenste zelfs dat een of ander beroepsorkest dat als internationaal uithangbord van het Nederlandse muziekleven fungeerde evenveel zin voor het verlaten van platgetreden muzikale paden zou vertonen.